Door de huilende wind begonnen de klokken te luiden. De deense dog in de keuken begon te janken.
Een duister figuur deed de poort open.
Eindelijk ben ik er.
Hij zet zich op de eerste beste bank.
Even uitblazen. Ik ben er eindelijk. Na zo een lange tijd.
Hij stapte over de cour. Wie was hij? Voorwat is hij hier? Dat vroeg iedereen zich af in het kasteel.
Ha eindelijk Freya
Hij schudde Freya een hand en gaf haar een kus op de wang
Hoe gaat het ermee? Eindelijk ontmoeten we elkaar waar. Het is geleden van de dag dat je trouwde met mijn broer.
Mijn broer vroeg iedereen zich af
Toen kwam Krodaxi binnen
Ah nonkel
Hé, Krodaxi hoe gaat het ermee?
Goed, goed
De duistere figuur deed zijn capé uit. En iedereen keek verwonderd. Tot iemand riep:Het is Laurent Lekkerdingetje Van Vlaanderen, de schoonbroer van Freya